Een dwingende droom
Wereldvrede is onvermijdelijk
Regeringen besteden jaarlijks meer dan een biljoen dollar aan bewapening. De arsenalen van Oost en West puilen uit. Het thermonucleair vernietigingsvermogen heeft terwijl een meervoudige "overkill". Er is niet genoeg leven dat uitgeroeid kan worden. Aangezien totale vernietiging niet voor herhaling vatbaar is, verkeert en de mensheid in politieke paranoia – er heersen verbijsterende waanvoorstellingen; de patiënt hoort mentaal doodziek te zien maar jet niet. Bahá'u'lláh leert dat wij een goddelijke Geneesheer nodig hebben om te overleven. „Deze vernietigende oorlogen zullen ophouden”, voorspelde Hij bij het bezoek van de Engelse geleerde Edward G. Browne in Zijn huis in Bahji, 1890. Voordien had Hij het bloedvergieten van de twee wereldoorlogen aangekondigd. Bahá'u'lláh voorzag ook de ontdekking van de kernenergie en het daarmee verbonden gevaar als de mens zijn verantwoordelijkheid misacht.
Bahá’ís houden staande dat de precaire situatie waarin wij verkeren, slechts door gedragswijziging verbeterd kan worden. Geopolitieke processen werken de doorbraak van dit inzicht ondertussen in de hand. Het gevaar ligt thans bij de oncontroleerbaarheid van verstrooide restanten van ABC-wapens van gedestabiliseerde machten – het terrorisme. Ook waar een staat zich in zijn bestaan bedreigd voelt ligt de inzet van vernietigingswapens in reikwijdte. Hetzelfde geldt waar een regering kennelijk het verstand verliest. Maar een nucleaire oorlog uit berekening wordt niet meer verwacht. Het gezonde verstand duwt sinds een halve eeuw in de richting van de wereldvrede. Atomaire wapens betekenen dat de mensheid in principe ontwapend is.
Oorlog zit niet in het bloed
Mentale processen hebben ondertussen de collectieve weerbaarheid aangetast. Het is niet meer „zoet” voor het vaderland te sterven. Bahá'u'lláh openbaart dat God de liefde tot de mensheid nu boven de vaderlandsliefde plaatst. Sceptici denken dat wij nooit in staat zijn de oorlog af te leren omdat die „in het bloed zit”. Maar gedragsonderzoekers tonen aan dat geweld tegen de eigen soort bij mensapen niet voorkomt. Militaire agressiviteit is aangekweekt en dus af te leren. De eeuwige vrede is een kwestie van overleven van de soort omdat de beschikbare wapens niet meer voorgoed uit de kast verdwijnen. Voor het eerst in de geschiedenis is er voor vrede geen alternatief. Dat is geen toeval maar laat zien dat onze wereld een beoogd stadium heeft bereikt. Bahá’u’lláh openbaart dat God de oorlog heeft verboden. Dit verklaart waarom militair geweld almaar afstotender wordt. De Verenigde Naties hebben de wereldvrede tot voornaamste doel geproclameerd. Het collectieve inzicht volgt kennelijk een van hogerhand uitgezet spoor naar de toekomst.
Oorspronkelijk uit de Bahá’í Courant van maart 1975