Breedbeeld van het bewustzijn

Eenheid van de wereld

De Engelse geschiedkundige Arnold Toynbee legt in een van zijn boeken uit dat de mensheid een eensgezinde mening moet hebben over wat goed en kwaad is. “Over welke waarden en normen zouden we het eens kunnen worden? En waar moet dit maatgevende stelsel eigenlijk vandaan komen? Het is denkbaar dat de mensheid tot beter gedrag zal komen door bittere ervaring. Bijvoorbeeld zijn de wereldoorlogen de grootste brandversnellers van de geschiedenis geweest. Bahá’í zeggen dat wij de noodzaak van wereldvrede steeds duidelijker zullen ondervinden, en dat de politici er constructie voor moeten scheppen, omdat er geen alternatief meer voor is.

Hoe de mensheid leert

Wij leren al als kind dat het gezonde verstand ons helpt om problemen te voorkomen en zelfs op te lossen. Zo hebben de veruit meesten onder ons ingezien dat met geweld geen duurzame oplossingen te bereiken zijn. De volkeren zijn de oorlog na duizenden jaren beu en verlangen naar vrede. Terroristen en militaristen vormen een minderheid. Met de roep om vrede zijn grote menigten in beweging gekomen. Langzamerhand begrijpt iedereen dat met militaire agressie niets zinnigs meer bereikt kan worden. De collectieve Leraar Tot een bepaald inzicht kan de mens uit zichzelf komen. Maar het goede inzicht alleen is vaak niet voldoende. Ons gedrag wordt individueel noch collectief uitsluitend door het verstand bepaald. Wij laten ons door emoties meeslepen en vertonen dan verbijsterende onredelijkheden. Naast inzicht moeten wij ook overtuigende beweegredenen hebben. Motivering is het doel van de Leraren van de menselijkheid.

Niet altijd in dezelfde klas

Na de biologische evolutie heeft zich ook een sociale evolutie voorgedaan. Anders zouden wij nog steeds in een prehistorische samenleving verkeren en elkaar kannibaliseren. Als wij nagaan waardoor in het verleden opwaartse ontwikkeling heeft plaatsgevonden, zullen wij telkens weer op het verschijnsel van de grote Profeet stoten. De Leraren van de mensheid hebben telkens weer samenlevingen geordend en bezield; zij waren de oorspronkelijke bron van opeenvolgende beschavingen – de een bovenop de andere.

Een historisch proces

De bahá’í leer houdt in dat de mensheid altijd van goddelijke opvoeding afhankelijk is geweest, en dat zij die heden meer dan ooit nodig heeft. Openbaring als klassikaal schoolsysteem, met als doel: een voortdurend omhoogschuivende ethiek die bij de planeet als het vaderland van alle mensen ervaart. Bahá’u’lláh, de Stichter van het Bahá’í Geloof, openbaart nieuwe wetten voor een nieuwe tijd. De opvoeding van de menselijke soort is thans afgestemd op de noodzaak van wereldvrede als bestaansvoorwaarde.

Is er een godsdienst voor nodig?

Sommige mensen vinden een nieuwe godsdienst overbodig omdat er al zoveel zijn. Men schijnt te denken dat godsdiensten door mensen worden uitgevonden en dat ze niet door een hogere geest aan de wereld worden gegeven. Bahá’í zijn van het laatste overtuigd. Waartoe een geloofwaardige godsdienst kan dienen, leert de geschiedenis. Wij kennen geen enkele beschaving die het zonder religie kon stellen.

Hoe komt dat?

Godsdienst is een bindmiddel dat vanaf het begin van de beschaving heeft gewerkt en omvangrijke verbanden heeft doen ontstaan. Er komen nieuwe samenlevingen uit voort. Die berusten op onderwerping van het individu aan een hoogst denkbare gezag. Doordat de mens zich dienstbaar maakt aan de onmiskenbaar macht van God ondergaat hij het samenbindende vermogen hiervan.

Het artikel stond oorspronkelijk in de Bahá’í Courant van januari 1971